Page images
PDF
EPUB

AZAKIA.

Eene Indiaanfche Gefchiedenis.

oude inwooners van Canada waren het geen men gemeen,

D lyk Wilden noemt. De eerfte Franfchen, die hen wilden befchaven, wierden vermoord; het was alleen door hun nieuwe behoeften te leren kennen, dat men hen aan het juk der befchaving onderwierp. De Brandewyn en de Tabak werkten in dit opzicht meer uit, dan de wapenen en de Zendelingen ooit gedaan hadden. De Canadeezen, overwonnen door deze nieu we noodwendigheden, verloren weldra hunne natuurlyke woestheid, en verkeerden vreedzaam in dezelfde bosfchen met de Europeäanen.

De Canadeefche Vrouwen zyn fchoon, en haare schoonheid is niets aan de kunst verfchuldigd; zy zyn zagt van aart, vrolyk van inborst; zy hebben een innemend voorkomen, en bo⚫ venal eene groote neiging tot de liefde. Het gebruik van het land veroorloft de jonge meisjes, zich zonder fchroom en zonder vrees aan deze drift over te geven. Dit is zo niet met de getrouwde vrouwen: zy behoren geheel en al aan haare echtgenooten, en, het geen zeer aanmerkenswaardig is, zy overtreden nooit dien heiligen pligt.

Eene dezer heldinnen, onder de Ilurons geboren, was eens in een bosch, naby haare woning; zy wierd verrast door een' Franfchen foldaat, die, zonder zich te bekommeren of zy getrouwd was dan niet, de rechten van een' wilden echtgenoot weinig fcheen te willen eerbiedigen. Het gefchreeuw, dat deze vrouw maakte, terwyl zy zich verdedigde, trok den Baron DE CASTAINVILLE, een Officier onder de troupen van Canada, tot haar. Het gelukte hem zonder moeite om den foldaat te verwyderen. De jonge Wilde, die hy zo van pas ter redding bygefprongen had, was begaafd met onwederftaanlyke bekoor. lykheden; weldra vond hy het gedrag van den foldaat verfchoon. lyk, en hy zelf kreeg begeerte om de beloning te erlangen voor den dienst, dien hy haar bewezen had. Hy gedroeg zich beleefder dan de foldaat, maar hy flaagde niet beter. „ De vriend, dien ik altoos voor myne oogen heb, verbiedt my u te zien," zeide de vrouw van den Huron. Het is deze Huroniaanfche, maar geenszins wilde grondregel, die de vrouwen aan haaren pligt gehecht houdt. Het was geenszins eene ydele gemaaktheid, het was eene ronde weigering. DE CAS TAINVILLE, de met de taal en de gewoonten der Hurons gemeen was, verloor alle hoop, en kwam welhaast tot de edelmoedigheid te rug, die hen eerst aangespoord had. Hy ver. zelde deze fchoone Wilde tot aan haare woning, en ontfing

al.

alle betuigingen van erkentenis, uitgezonderd die, welke hy het meest verlangde.

DE CASTAINVILLE, eenigen tyd daarna genoodzaakt om met een zyner makkers te duëlleren, stak hem dood. Deze Offic cier was de neef van den Gouverneur der Volkplanting, een wraakgierig en onverzoenlyk man. 'Er bleef dus voor DE CAS TAINVILLE niets anders overig dan de vlugt. Men vermoedde dat hy zich onder de Engelfchen te New-York begeven had het geen zeer waarfchynlyk fcheen; maar hy, wel verzekerd dat hy in zyn ongeluk een zekerder fchuilplaats onder de Hu rons zou vinden, had hun de voorkeur gegeven. De begeerte om AZAKIA, dit was de naam van de fchoone Wilde, die by verdedigd had, weder te zien, beftierde zyne fchreden. AzAKIA herkende welhaast haar' bevryder; niets kon haare vreugd evenaren. OUABI, haar man, wien zy haar geval openhartig verhaalde, zonder den tegenstand voorby te gaan, dien zy ver pligt geweest was tegen DE CASTAINVILLE in het werk te ftel len, ontfing hem met goedheid; en van de reden zyner reis onderricht zynde, zeide hy: Dat de Groote Geest geloofd zy, die u hier gebragt heeft! " Vervolgens zyne hand op zyne borst leggende, vervolgde hy:,, Dit ligchaam zal u tot een fchild verftrekken, en deze fpiets zal uwe vyanden doden of doen vlugten. Myn hut zal de uwe zyn; gy zult de fchit terende dagtoorts deze bosfchen zien verlichten en beurtelings verlaten, zonder gebrek te lyden, en zonder eenig kwaad te vrezen."

[ocr errors]

DE CASTAINVILLE betuigde zyne begeerte om geheel met hen te leven, hunnen arbeid en hunne krygsgevaaren te delen, zich naar hunne gewoonten te fchikken, in één woord, een Huron te worden. Dit voorstel verrukte OUABI. Hy was het Opperhoofd van dit Volk; zyn moed en zyne diensten hadden hem deze eer bezorgd. Hy had andere legerhoofden on. der zich; hy bood DE CASTAINVILLE eene van deze waardigheden aan, die niets dan den tytel en rang van eenvouwdig' foldaat wilde aannemen.

De Hurons waren toen in oorlog met de Iroqueezen; de CASTAINVILLE wilde den krygstogt tegen hen mede bywonen. Hy vocht als een waare Huron, en wierd gevaarlyk gekwetst. Men bragt hem op eene foort van draagbaar naar de woning van OUABI. Op dit gezicht fcheen AZAKIA overstelpt van droef. heid; maar verre van zich aan nuttelooze klagten over te geven, besteedde zy aan hem alle zorgen, waartoe zy in ftaat was; fchoon zy verscheiden flaaven tot haar' dienst had, ver trouwde zy niemant dan zichzelve om alles te bereiden wat tot verkwikking van haaren bevryder kon ftrekken. Haare werkzaamheid evenaarde haare ongerustheid.

Haare zorgvuldigheid vernieuwde de hoop van DE CASTAINVILLE, en zyne begeerte keerde met zyne krachten weder.

On.

Ondertusschen wierd hy beftendig wederhouden door de diene ften van OUabi. Kon hy zo veel edelmoedigheid met zo veel ondankbaarheid beantwoorden? De goede OUABI is een Wilde," zeide hy dikwyls tegen zichzelven:,, misschien is hy niet kiesch als de Europeefche mannen." Dit valsch voorwendzel maakt hem ftoutmoedig; hy vernieuwt zyn aanzoek, dezelfde weigering ...,, Houd op, CELARIO!" (dit was zyn nieu we wildemans - naam,) ,, houd op," zeide AZAKIA;„ de graankorl, dien ik met OUABI gebroken heb, is nog niet toc asfche verbrand: een gedeelte is in zyne magt, en ik be zit het andere; zo lang hy bestaat, behoor ik aan hem; gy kunt my niet bezitten." Deze woorden, op een' vasten toon uitgesproken, ontstelden DE CASTAINVILLE.

19

Hy durfde zyne liefde niet meer laten blyken, en verviel in eene gevaarlyke droefgeestigheid. AZAKIA was zeer met hem bewogen. Wat kan ik voor u doen?" zeide zy; ik kan uwe gezellin niet worden, zonder op te houden de gade van OUABI te zyn; en ik kan oυABI niet verlaten, zonder hem een verdriet te veroorzaken zo als gy thans ondervindt. Antwoord my, heeft hy het verdiend?" ,, Neen," riep CELARIO, ,, neen, hy verdient de voorkeur boven my; maar ik moet deze woning verlaten: het is alleen door AZAKIA niet meer te zien, dat ik zal kunnen ophouden ondankbaar omtrent QUABI te zyn."

"

Deze woorden verftyfden de jonge Wilde van fchrik; de traanen ftroomden uit haare oogen; zy deed geen de minste poging om ze te verbergen. Ondankbaare CELARIO!" riep zy zuchtende, en zyne handen in de haare drukkende ,, ja, ondankbaare! gy wilt hen verlaten, die gy dierbaarder zyt dan het daglicht. Wat hebben wy u gedaan, dat gy ons dus begeeft? Ontbreekt u iets, dat in ons vermogen is u te geven? Ziet gy my niet beftendig aan uwe zyde, als eene flavin, die op het eerfte teken gehoorzaamt? Wilt gy dan, dat AZAKIA van droefheid sterve? Gy kunt haar niet verlaten zonder haare ziel mede te nemen: zy behoort u, gelyk myn ligchaam OUABI behoort." DE CASTAINVILLE wilde antwoorden; doch de fchielyke terugkomst van OUABI belette hem te vervolgen. AZARIA fchreide intusfchen gedurig; het gezicht van haar' man verhinderde geenszins den loop haarer traanen. » Myn vriend!" zeide zy,,, gy ziet CELARIO, gy kunt hem fpreken en horen; maar welhaast gaat hy ons ontvlugten, om andere vrienden te zoeken." Andere vrienden?" riep QUABI, byna zo ontroerd als AZAKIA;,, en wie ontrukt u dan aan onze armen, waarde CELARIO? Hebt gy eenig verlies gele den? Heeft men u beledigd? Gy kent hier myne inagt: ik zweer u, by den Grooten Geest! gy zult gewroken zyn.' De vraagen maken CELARIO verlegen; hy heeft geen oorzaak tot klagen; de waare reden van zyn vertrek moet voor QUABI vet

[ocr errors]

bor.

borgen blyven; hy zoekt eenige voorwendfels, die uit den weg geruimd worden, en welhaast wordt 'er van geen vertrek meer gesproken.

[ocr errors]

,, Laat ons van iets anders spreken," zeide OUABI; het is van daag, dat ik het gewoonlyk feest aan onze krygshelden geef, en morgen geleid ik hen tegen de Iroqueezen; deel in onze vermaaken, myn waarde CELARIO!" Ik wil ook

[ocr errors]

deel in uwe gevaaren nemen," hernam DE CASTAINVILLE met drift;,, ik zal u in dezen togt verzellen." - Uwe krach. ten zouden u bedriegen," zeide het Opperhoofd der Hurons, uw moed is ons bekend. Wacht tot gy geheel herfteld zyt; draag ondertusfchen zorg voor deze woning: ik vertrouw ze u." DE CASTAINVILLE wilde vergeefsch zich daartegen verzetten. De legerhoofden naderen, het feest begint, en den volgenden morgen met den dageraad vertrekken zy gezamentlyk. CELARIO blyft alleen, meer dan ooit blootgefteld aan de bekoorlykheden

van AZAKIA.

Deze jonge Wilde beminde haaren bevryder. Zy nam cen weinig gemeen besluit, namelyk om DE CASTAINVILLE te bezorgen het geen zy zelve hem weigerde. Zy gaf zich eene me. deminnares van achttien jaaren, zo verftandig als fchoon, die, volgens het gebruik der Wilden van Noord-Amerika, zich zonder fchroom aan de vermaaken der liefde kon overgeven. De CASTAINVILLE, aangemoedigd door AZAKIA, had verfcheidenmaalen een onderhoud met ZIZENA, (dit was de naam van deze jonge Wilde,) en binnen weinige dagen befpeurde hy, dat zy minder wreed zou zyn dan haare vriendin. Niets kon onder. tusfchen de liefde verminderen, die hy voor AZAKIA gevoelde. Een voorval, dat hen had moeten veréénigen, fcheidde hen voor altoos van elkander.

Men vernam dat de Hurons verslagen waren, en dat OUABI in handen der Iroqueezen gevallen was. Deze tyding bedroefde DE CASTAINVILLE, en, zyne drift vergetende, hield hy zich al leen met het verlies van zyn' edelmoedigen vriend en de droefheid van AZAKIA bezig.

Een bygelovig gebruik, federt onheugelyke tyden by deze Volkeren in acht genomen, wilde, dat, indien eene weduwe, in de eerfte veertig dagen na den dood van haar' man, in den droom hem tweemaalen zag en fprak, zy geloofde dat hy haar in het verblyf der geftorvenen by zich begeerde, en dan kon niets haar wederhouden om zich by hem te voegen. AZAKIA had befloten zich met haar' echtgenoot te heréénigen, zodra hy haar door een' dubbelen droom tot zich riep. Ży betreurde OUABI oprecht, en ftelde haare verkleefdheid aan DE CASTAINVILLE beneden de eer van zich te voegen naar een aêloud gebruik onder de Hurons. Het is moeijelyk de ongerustheid van DE CASTAINVILLE te befchryven: ieder' nacht geloofde hy MENG. 1799. NO. 15.

Xx

haar

haar ten prooije te zyn aan deze akelige verfchyningen; leder morgen genaakte hy haar bevende. Eindelyk verraste hy haar dat zy een' dodelyken drank gereed maakte.

[ocr errors]
[ocr errors]
[ocr errors]

,, Gy ziet, myn waarde CELARIO!" zeide zy,, dat ik my bereid tot de lange reis, die OUABI my bevolen heeft te doen." Hemel!" riep DE CASTAINVILLE, kunt gy geloof flaan aan bedrieglyke droomen ..?" Houd op, CELARIO! gy dwaalt. QUABI verfcheen my dezen nacht; hy nam my by de hand, en gebood my hem te volgen; alleen het gewigt van myn ligchaam heeft my daarin belet: het is tyd, dat ik my daarvan ontfla. QUABI ging droevig heen; ik riep hem terug, en tot antwoord breidde hy zyne armen naar my uit, en is verdwenen. Ik moet hem gehoorzamen; ik. beklaag uw lot, myn waarde CELARIO! maar ik moet de ftem van myn' echtgenoot volgen, die my naar het verblyf der zielen roept."

Deze woorden waren een donderslag voor DE CAŞTAINVILLE; alles wat hy haar tot overreding mogt zeggen, was niet in staat haar van haar oogmerk af te trekken; zy fchreide met hem, maar zy wilde volftrekt fterven. Het éénigste, dat hy van haar kon verwerven, was, dat zy ten minsten zou wachten tot zy verzekerd was van den dood van OUABI. DE CASTAINVILLE besloot zich daar van te verzekeren, zodra het hem mogelyk zou zyn.

De Iroqueezen maken meestentyds geen krygsgevangenen; allen, die onder hunne handen vallen, worden ter dood gebragt, of tot flaverny gedoemd. AZAKIA wist, dat OUabi den dood zou verkozen hebben.

DE CASTAINVILLE verlevendigde den moed der Hurons, ftelde hun een nieuwen togt voor, en wierd tot Opperhoofd verkoren; by had reeds proeven van zyn' moed en bekwaamheid gegeven. Hy vertrok met zyn leger, doch niet dan ua van AZAKIA de verzekering ontfangen te hebben, dat, hoedanig ook haare droomen wezen mogten, zy zyne terugkomst zou af wachten om zich by OUABI te voegen. Deze nieuwe togt had den besten uitflag. De Iroqueezen, die niet geloofden dat de Hurons den tyd gehad hadden om volks genoeg te verzamelen om hen te bestryden, wierden geflagen en op de vlugt gejaagd. De Hurons vervolgden hen tot in hun voornaamste Dorp. Hier ontwikkelde zich de geheele wilde wreedheid; DE CASTAINVILLE had veel moeite om een einde aan de flagting te maken. Hy vreesde, dat QUABI, indien hy nog leefde, zelf het flagt. offer van deze woede mogt worden, die noch vrouwen, noch kinderen, noch flaaven fpaarde. Van deze vrees vervuld, door. liep hy alles, en verzette zich tegen hunnen bloeddorst. Wel. dra bespeurde hy op eene verhevenheid een' gevangenen aan een paal gebonden, omringd door alle de toebereidfelen van den dood, dat is van branditoffen om hem door een klein vuur

[ocr errors]
« PreviousContinue »