Page images
PDF
EPUB

merk, om ons des te opmerkzamer te maken op deszelfs onbeftendigheid, en uiteinde. Men moet nooit laag vallen op hen, die zich meer op Godlyke, dan aardfche zaken toeleggen: want deze zyn het ware Zout, dat de Maatschappy voor een algemeen bederf bewaart. Dan boven alles moeten

we op eene nadere verlichting, dan die der Natuur, niet laag vallen, of dezelve verachten. Eene Maatschappy, op het fundament van Deistery gebouwd, is zeer wankelbaar, en kan niet lang ftaande blyven, en alle Vryheid, daar uit voortvloeijende, loopt uit in loutere Losbandigheid.

D

MERKWAARDIG ZEGGEN VAN ST. EVREMOND.

at Bygeloof, tot de verregaandste uitersten voorthollende, niet verre van Ongeloof, of zelfs (indien het mogelyk zy, dat 'er zulke wanfchepzels in de Zedelyke Wereld gevonden worden,) van volflaagene Godverzaaking, af is, heeft het beloop der laatste tyden in Frankryk geleerd; als waar, onder Lieden van Rang en Letterbekwaamheden, het Ongeloof zeer veel velds gewonnen, en zich ook tot de Geestlyken, fchoon met den Kerklyken mantel omhangen, uitgestrekt heeft. Maar is het niet te hoopen, dat 's Menfchen geest, van Bygeloof ont. flaagen, en van Vooroordeel bevryd, zyne uitzigten zal verbreeden, en zyne kragt laaten werken; wanneer het hart, uitgebreid door de Liefde der Natuure en des Menschdoms, in eene dankbaare Aanbidding zich zal verheffen tot het eeuwig, hoogstweldaadig Opperweezen, de Bron van Leeven, Vryheid, en van alle dingen, welke wy hier genieten, of in een Toekomenden Staat verhoopen. Men mag zich het zeggen van ST. EVREMOND hier herinneren: Quand les hommes auront retiré du Christianisme ce qu'ils y ont mis, il n'y aura q'une même Religion, ausfi fimple dans fa Doctrine que pure dans fa Morale.

[merged small][ocr errors][ocr errors]

Wanneer de Menfchen van het Christendom zullen heb. ben afgenomen wat zy daar aan toevoegden, zal de waare Godsdienst zelve alleen overblyven, zo eenvoudig in zyne Leerstellingen als zuiver in zyne Zedekunde."

TOT FRAAIJE LETTEREN, KONSTEN EN weeten-
SCHAPPEN, BETREKKElyk.

PROEVE OVER ZEDELYKE MISVATTINGEN.

(Uit het Engelsch.)

Fools into the notion fall,

That vice or virtue there is none at all:
Ask your own heart, and nothing is so plain;
'Tis to miftake them costs the time and pain.

POPE.

isvattingen zyn zo veelvuldig en algemeen, dat dezelve te verdeelen en te rangfchikken, waarfchynlyk, zo veel tyds en blokkens zou vereischen, als de groote Plantkundige LINNEUS noodig hadt, om alle de Voortbrengzels der Natuure in een Zamenftel te brengen. Zy komen ten allen tyde voor, zyn eigen aan het Menschdom in 't algemeen, en geene gebeurtenis mogelyk, die immer voorviel, is geheel vry van een mengzel van Misvatting, 't zy in den beginne, 't zy in den voortgang, 't zy in het einde. Weinig, zeer weinig, dingen, in de daad, zyn vry van dit inmengzel der zwakheid. Zelden, zegt de Wysgeer LOCKE, tast iemand mis in de benaamingen, welke hy geeft aan enkelvoudige denkbeelden; In zaaken van deezen aart zelden noemt hy rood groen. zyn wy, het moet erkend worden, vry wel voor Misvattingen bewaard, en mogen, als 't ware, gezegd wor Maar wanneer wy buiten den onfeilbaar te weezen. den kring treeden van 't geen een voorwerp der Zintuigen is, en handelen over ftukken die tot de Ziel behooren, fteeken wy in eene wyde zee van dwaaling, waar in wy dagelyks gevaar loopen van fchipbreuk te lyden, of ten minsten niet aan land komen, dan naa groot gevaar uitgeftaan, of schade geleeden te hebben.

In de onderfcheiding tusfchen Deugden en Ondeugden zyn wy eenige onzer Misvattingen verfchuldigd aan de MENG. 1799. No. 2,

D

taal

taal der Mode, de taal van Menfchen, die, fchoon zy geen zeer bepaalde of redeneerkundige denkbeelden hebben van zichzelven, het nogthans zich onderwinden, de denkbeelden van anderen te regelen. Onder de zodanigen, by voorbeeld, gaat Overfpel door voor eene daad van Galanterie; een fchendig Misdryf is een verkeerde Stap. Maar, naardemaal deeze bestuurders van het oordeel hunner minderen het zich niet aanmaatigen, te doen te hebben met eenige Ondeugden, dan die zeer naar hun fmaak zyn, laaten zy aan de wereld over, om, in andere opzigten, voor zichzelven te kiezen.

Dan, in dit geval, het fmert my zulks te moeten zeg. gen, ontbreekt het ons aan geen gidfen of leidslieden, ieder heeft een eigen fneedig uitgedagt Stelzel van eigen maakzel, waar door hy Ondeugd zo naby aan Deugd brengt, dat dezelve geheel en al het voorkomen aanneeme van eene fchuldlooze Misvatting. Op andere tyden brengt men Deugd zo naby Ondeugd, dat het, als 't ware, onmogelyk worde, de daad te pryzen of te laaken.

Ieders eigene ondervinding, in 't een of ander tydperk zyns leevens, zal moeten toeftemmen, dat hy vatbaar geweest is voor Misvattingen van deezen aart. Berisp den ergften nietsbedryvenden Omlooper, die immer op de jammerhartigfte wyze den tyd vermoordde, en gy zult hem niet kunnen overtuigen, dat hy een oogenblik tyds over heeft voor eenige bezigheid dan die hy zich gelaat te volvoeren; ja, het is honderd tegen één, of gy zult hem van drukte, van vermoeiende bezigheid, hooren klaagen. Tragt een Verfpiller, die de laatste duizend zyner bezittingen ontgonnen heeft, van zyne verkeerdheid te overtuigen, hem het dreigend gevaar van armoede onder 't oog te brengen, hy zal zyne verwondering te kennen geeven, dat gy voor Verfpilling opneemt, wat men eene zo noodige uitgave moet noemen, voor een jeder van zynen ftaat, of (zal hy 'er mogelyk byvoegen) voor ieder Mensch. Hy zal u verzoeken alles wat hy bezit op te neemen, of uitnoodigen om eene maand by hem door te brengen, en dan vraagen, wat hy minder kan leeven, of in welk gedeelte zyner uitgaven hy kan bezuinigen? Bezoek den fchraapzugtigften Gierigaart, dien gy ergens kunt vinden, poog hem te overtuigen, dat hy Gierigheid voor Spaarzaamheid opvat. Versterk uwe drangredenen, met aan te merken, hoe veel

eifchen de Maatschappy, welker befcherming hy geniet, op hem heeft ; fpreek by hem van de gevoelens van dankbaarheid, van de verpligtingen uit beginzelen van Godsdienst ontleend, gy zult dit alles te vergeefsch verfpillen. Het zy in tyden van Vrede of Oorlog, in da gen van Overvloed of Schaarsheid, by zal over de flegt. heid der tyden klaagen, en de noodzaaklykheid tragten aan te toonen van een weinig op te leggen; en misschien, om zyne ondeugd zo na mogelyk by de deugd te brengen, zal hy, met veel welfpreekenheids en misfchien waarheids, uit weiden over de veelvuldige jammeren, welke Verkwisting te wege brengt aan Perfoonen en Familien; hy zal u gevallen vermelden, zo veelvuldig, zo doeltreffende, dat gy mogelyk, voor een oogenblik, in zyne beginzelen treedt.

Deeze voorbeelden, behalven een groot getal andere, die ik in deeze Proeve vervolgens zal bybrengen, dienen ter aanwyzinge, dat, op de groote Kaart der Zedekunde, in de wegen van Deugd en Ondeugd zeer ligt kan misgetast worden; indien wy, in deeze foort van Kaartkunde, de afstanden niet zorgvuldig aftekenen; en, behalven de meer opene en betreeden paden, op deeze bypaden letten, op welke zekere reizigers hunnen weg voortzetten, bykans ongemerkt voortzetten, eer zy de kortheid des afftands bemerken. De goede en kwaade hoedanigheden liggen, in de daad, niet wyd van elkanderen af. Wy fchynen, als 't ware, geplaatst tusfchen de uitersten van beiden, en het pad moet zeer effen zyn, en onze tred vast, indien wy het geluk hebben om de uiterften te weder. zyden te myden. De middelweg is het pad, waar op alle Menschen verlangen te wandelen; maar het is de veelvuldige afwyking van hetzelve, die zekere Deugden zo uitsteekend maakt, dat ze naar ydele ten toonfpreiding gelyken, en de Ondeugden zo buitenfpoorig groot, dat wy de zedeloosheid daar van uit het oog verliezen door het belachlyke 't welk zich 'er byvoegt.

Eene plaats is 'er in Leerredenen van Dr. WHICHCOTE, waar op ik voorheen doelde, en die my aanleiding gaf tot het dus verre gefchreevene. Deeze Schryver heeft een grooter aantal van deeze Misvattingen zamengevoegd, dan ik immer elders aantrof. Ik hou my verzekerd, dat myne Leezers het niet ongevallig zullen vinden, deeze plaats hier aan te treffen; te meer, dewyl de Leerredenen van dien Godgeleerden in weinige handen zyn.

[ocr errors]

't Kwaad," dus laat hy zich hooren ,,, neemt eenen anderen naam aan, fchoon het altoos dezelfde natuur › behoudt; en dewyl het niet bekend moet worden by zyn eigen naam, neemt het den naam aan van deeze of geene Deugd, die 'er op zweemt, en gefchikt is om menigmaal de onoplettenden te bedriegen. Naardemaal een byzondere regel best gekend wordt door voorbeelden, wil ik 'er eenige opnoemen.

Gierigheid gaat voor Huishoudelykheid door; Ver: fpilling voor Edelmoedigheid; Trotschheid voor eene verheffing van waare Grootheid; Beuzelpraat voor Gefpraakzaamheid; Tydverkwisting voor Uitspanning en Lichaamsverkwikking. Misflagen by anderen te vinden, agt men het agtgeeven op den naasten, en het wraaken van misdryf. Scherpheid en Ligtgeraaktheid is Tederheid van Geweeten. Stout van zich af fpreeken is Hervorming te willen bewerken. Jaloufy en Agterdogt is bezorgd. heid voor Waarheid en Regt. Zich met eens anders doen te bemoeijen, ligtvaardig daar over te oordeelen, is werkzaamheid in het voortplanten van den Godsdienst. Het bepaalen van eens anders Vryheid is zorg voor den welftand hunner Zielen. Zich veel aanmaatigende Waan houdt men voor Vertrouwen op GOD. Vermetele Vastftellingen buiten de Leer der Heilige Schrift te maaken is Verbetering van het Geloof. Diepe Onkunde en Onverstand is het verzaaken van onze Rede. Te onvredenheid over onszelven is Bekommerdheid wegens onze Zonden. Zich het gebruik van allen fchepzel in de volfte ruimte te veroorloven is onze Christlyke Vryheid, naar eisch, gebruik. Overmaatige Infchiklykheid is rechtfchaape Gezelligheid. Zich aan de kragt zyner Inbeeldinge over te geeven is Godlyke Inblaazing. Opftuivingen van drift is een onvermydelyk gevolg van eenen ligtgeraakten aart. Te veel van zich zelven te fpreeken, en het hoogste woord in gezelfchappen te voeren, heet zichzelven oefenen. Heftig voorftaan van eene Party in het Godsdienftige is het voortaan van den Godsdienst zelven. Onverftandige praat ten aanziene van Godsdienstige onderwerpen uit te laan heet eenvoudigheid des harten. Slordigheid is Nederigheid. Zelfwantrouwen is Zedigheid. Het neemen van ftrenge maatregelen is op zyn Regt ftaan. List en Bedrog is Voorzigtigheid en Staatkunde. Pligtverzuimenisfen gaan voor Zwakheden door,

voor Zwakheden die zelfs de besten aankleeven."

Men

« PreviousContinue »